Jurisprudentie: sanctie zonder waarschuwing bij fraude met tentamens

8 mei 2023
Geschreven door: mr. J.S. Buiting

In een recente zaak bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State kwam de vraag aan de orde of een student gestraft kan worden voor het plegen van fraude, zonder hiervoor eerst te zijn gewaarschuwd (ABRvS 26 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1647). De student in kwestie stelt dat een dergelijke sanctie niet evenredig en proportioneel is. De sanctie bestond er namelijk uit dat een deel van haar tentamens ongeldig werden verklaard en dat zij tevens voor een periode werd uitgesloten van deelname aan andere tentamens (artikel 7.12b, tweede lid, van de Whw). Zij vond deze sanctie te zwaar, aangezien zij hierdoor studievertraging oploopt, maar wel collegegeld moet blijven betalen.

De examencommissie verwijt de student dat zij op verschillende momenten fraude heeft gepleegd. Vier van haar tentamens werden ongeldig verklaard omdat zij deze had gemaakt zonder in te loggen bij het proctoringprogramma (zie over proctoring uitgebreider: Het gebruik van proctoring binnen en buiten crisis). Hierdoor kon de student samenwerken met een andere student. Deze samenwerking kon worden aangetoond doordat uit het gebruik van plagiaatsoftware bleek dat de antwoorden van de student sterk overeenkwamen met die van een andere student. Bij een ander tentamen bleek het antwoord van de student overeen te komen met een antwoord van de website ‘Studeersnel’. Ter zitting kon de student hier volgens de Afdeling geen goede verklaring voor geven.

Voor wat betreft de vraag of de opgelegde sanctie evenredig en proportioneel is komt de Afdeling tot de conclusie dat de examencommissie deze sanctie heeft mogen opleggen. Daarbij speelt mee dat de student heeft gefraudeerd bij meerdere tentamens en de fraude bovendien een aanzienlijk deel van de antwoorden betreft. De examencommissie heeft daarom niet eerst een waarschuwing hoeven te geven. Dat de student door de sanctie studievertraging oploopt en financieel wordt geraakt is volgens de Afdeling inherent aan de sanctie, dit argument leidt dan ook niet tot een ander oordeel. Het beroep van de student wordt ongegrond verklaard.

Meer lezen:

Vorige
Vorige

Internetconsultatie: wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid

Volgende
Volgende

Jurisprudentie: onderwijs geven met een buitenlands diploma