Internetconsultatie: wetsvoorstel strategisch personeelsbeleid

16 mei 2023
Geschreven door: mr. J.S. Buiting

Tot 18 juni ligt ter internetconsultatie een wetsvoorstel voor waarmee het personeelsbeleid en het arbeidsrecht in het primair en voortgezet onderwijs op de schop gaat. Op grond van het nieuwe wetsvoorstel moeten scholen zelf strategisch personeelsbeleid gaan vaststellen. Daarnaast veranderen de regels omtrent het verlenen van contracten, de minimum arbeidsduur en het inhuren van extern personeel. Hierdoor ontstaat voor deze sectoren bijzonder arbeidsrecht.

In de memorie van toelichting schrijft de minister dat hij regels wil stellen over strategisch personeelsbeleid omdat dit een randvoorwaarde is voor kwalitatief goed onderwijs. Dergelijk beleid is nodig gezien de grote personeelstekorten, de uitstroom van startende leraren en de ontevredenheid over loopbaanmogelijkheden. Het nieuwe beleid dat scholen moeten gaan vaststellen moet onder meer gaan zien op de afstemming van personeelsbeleid op de onderwijskundige visie, de duurzame inzet van personeel en professionele ontwikkeling. De plicht om strategisch personeelsbeleid vast te stellen gaat, naast het primair en voortgezet onderwijs, ook gelden voor het middelbaar beroepsonderwijs.

De beoogde wijzigingen in het arbeidsrecht moeten het onderwijs volgens de minister een aantrekkelijke werkplek maken door zo veel mogelijk zekerheid te bieden. Het uitgangspunt is daarom dat het personeel in het primair en voortgezet onderwijs een contract voor onbepaalde tijd krijgt. Een contract voor bepaalde tijd mag enkel nog voor 12 maanden worden afgegeven. Daarnaast moet het personeel een arbeidsovereenkomst van ten minste 0.8 fte aangeboden krijgen. Een contract voor minder fte is enkel mogelijk als de werknemer hier schriftelijk om verzoekt. Ten slotte mag het bevoegd gezag op grond van dit wetsvoorstel maximaal 5% van de bekostiging besteden aan de inzet van personeel dat extern wordt ingehuurd.

De hiervoor genoemde maatregel passen niet in het algemene arbeidsrecht en lijken bedoeld te zijn als een bijzondere voorziening te zijn voor het onderwijs. Of dit wenselijk is en hoe dit zich verhoudt tot het reguliere arbeidsrecht wordt niet nader toegelicht. Op het wetsvoorstel kan nog tot 18 juni gereageerd worden.

Meer lezen:

Vorige
Vorige

Jurisprudentie: verwijdering student na beschuldiging docent van smaad en laster

Volgende
Volgende

Jurisprudentie: sanctie zonder waarschuwing bij fraude met tentamens