Jurisprudentie: vertrouwensbeginsel en bekostiging
12 december 2023
Geschreven door: mr. J.S. Buiting
De gemeente betaalde jaren te veel subsidie voor een schoolgebouw; mag de school er nu op vertrouwen dat deze onjuiste berekeningswijze niet meer aangepast zou worden of mag de gemeente deze fout terugdraaien (Rechtbank Noord-Holland 28 november 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:11915). In deze zaak hadden de school en de gemeente een overeenkomst gesloten waarmee de bekostiging voor het schoolgebouw werd doorgedecentraliseerd aan de school. Dit betekent dat de bekostiging die de gemeente ontvangt uit het gemeentefonds, direct wordt doorgesluisd naar de school. Het precieze bedrag werd berekend aan de hand van een in de overeenkomst vastgelegde formule. De overeenkomst bevatte echter voor de eerste jaren een jaarlijkse ophoging, die volgens de gemeente daarna zou stoppen. De gemeente is echter de bekostiging blijven ophogen, ook na het afgesproken moment.
De rechtbank moet eerst de vraag beantwoorden welke rechter bevoegd is en oordeelt dat dit de bestuursrechter is. Ondanks dat het gaat om de uitleg van een overeenkomst, ligt aan dit geschil een subsidiebesluit ter grondslag. Bij dit geschil zijn niet enkel de school en gemeente betrokken, maar ook de stichting die het schoolgebouw beheert. Die stichting heeft hierbij een belang omdat dit geschil raakt aan haar zakelijk recht op het schoolgebouw en omdat deze stichting wordt genoemd in de overeenkomst tussen de school en de gemeente.
De rechtbank oordeelt dat de gemeente de jaarophoging en de jaarcorrectie geruime tijd abusievelijk verkeerd heeft toegepast. Van de gemeente kan niet per se verwacht worden dat deze fout gedurende de rest van de overeenkomst wordt doorgezet. De rechtbank volgt de school niet in haar beroep op het vertrouwensbeginsel. De school heeft namelijk niet kunnen aantonen dat er toezeggingen of andere uitlatingen zijn gedaan waaruit redelijkerwijs opgemaakt kan worden dat de gemeente de onjuiste handelswijze zou doorzetten. De gemeente repareert haar fout door aan de hand van een overgangsperiode van drie jaar de bekostiging naar beneden bij te stellen.
De Afdeling moest onlangs beoordelen of een student die een voldoende (6,5) had behaald voor haar masterscriptie, nog procesbelang heeft bij het aanvechten van dit cijfer…