Jurisprudentie: onzorgvuldige huiszoeking uitwonende beurs

30 september 2024
Geschreven door: mr. J.S. Buiting

Een student die niet meer bij zijn ouders woont, heeft recht op een hogere studiebeurs. DUO controleert of de student ook echt elders is gaan wonen. Hiertoe werden bij een student in de zaak in kwestie meerdere huiszoekingen gedaan, de rechtbank moest bepalen of naar aanleiding hiervan haar uitwonende beurs mocht worden ingetrokken en of er een boete opgelegd kon worden (Rechtbank Gelderland 3 september 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:5992).

De zaak in het kort
Deze zaak betrof een student van een mbo-instelling, zij was bij haar broer gaan wonen. DUO is drie keer langsgegaan op het nieuwe adres van de student, maar steeds was er niemand thuis. Daarop is DUO langs gegaan bij het adres van haar moeder. De controleurs werden binnengelaten en zij troffen daar de student in kwestie aan. Ook leek de slaapkamer bij haar moeder nog in gebruik te zijn. Er lagen nog studiespullen, kleren en verzorgingsartikelen. Vervolgens is DUO nog tweemaal langs geweest bij het adres van de student. Uiteindelijk troffen de controleurs op dat adres haar broer aan. Die liet de controleurs binnen en zij troffen in haar kamer herenkleding aan, en geen spullen van de student. Toen het huis van de moeder werd verkocht zagen de controleurs op internet opnieuw dat de slaapkamer van de student nog intact was. Dit alles vormde aanleiding om de basisbeurs in te trekken en een boete te geven.

Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat het aan de minister is om de nodige kennis te vergaren over de relevante feiten en omstandigheden. Het is dus aan de minister om aan te tonen dat de student niet uitwonend is. Het rapport over de huiszoeking bij de moeder is naar het oordeel van de rechtbank niet relevant. De bevindingen in dit rapport zeggen niets over de situatie op het adres van de student. Ook is het rapport over de huiszoeking op het adres van de student, waarbij de broer de controleurs binnenliet, niet zorgvuldig tot stand gekomen. Dit bezoek duurde maar 18 minuten, terwijl ook uitleg gegeven moest worden over het bezoek, de broer een verklaring moest ondertekenen en de slaapkamer bekeken moest worden. Bovendien hebben de controleurs verzuimd om naar de bad- en woonkamer te kijken. In de zeer beperkte tijd van het huisbezoek is het volgens de rechtbank niet mogelijk om een behoorlijk onderzoek uit te voeren naar de feitelijke woonsituatie van de student. De minister heeft dan ook niet aannemelijk kunnen maken dat de student niet bij haar woonde, de uitwonende beurs blijft dan ook in stand en de boete wordt ingetrokken. 

Beschouwing
Deze zaak laat zien dat het onderscheid tussen thuiswonende en uitwonende studenten tot gevolg heeft dat DUO moet gaan controleren of studenten ook daadwerkelijk niet langer thuis wonen. Dit doen zij met ingrijpende huisbezoeken waarbij controleurs diep ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer van de student. Het is de vraag of het verschil in de hoogte van de thuiswonende beurs (€ 121,33 per maand) en de uitwonende beurs (€ 302,39 per maand) dit rechtvaardigt. Eenzelfde beurs voor elke student zou de regeldruk flink verlagen en een einde maken aan deze dure en ingrijpende controles.

Vorige
Vorige

Jurisprudentie: procesbelang bij vrijstellingen

Volgende
Volgende

Jurisprudentie: handicap en onderwijs via Teams