Jurisprudentie: niet kenbare raadkanscorrectie
19 september 2023
Geschreven door: mr. J.S. Buiting
Een student behaalde een onvoldoende voor een tentamen doordat hierop een zogenaamde raadkanscorrectie was toegepast. Dit wordt gebruik zodat het aantal antwoorden dat een student juist zou hebben door te gokken bij een meerkeuzetentamen niet wordt meegeteld. Deze raadkanscorrectie was niet van tevoren aan de student bekend gemaakt. Sterker nog, op het voorblad van het tentamen stond het aantal punten dat de student moest behalen voor een voldoende, daar was de raadkanscorrectie echter niet bij opgeteld. Zonder deze correctie had de student het tentamen en haar bachelor behaald, dit was namelijk het laatste tentamen van de opleiding. De student stelde daarom beroep in bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS 2 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2964).
De hogeschool stelt dat er geen wettelijke plicht bestaat om de raadkanscorrectie van tevoren vast te leggen, ook heeft de examinator het tentamen deugdelijk gemotiveerd en toegelicht. Er heeft daarnaast een tweede examinator meegekeken. Ten slotte zou de student geen belang meer hebben bij de zaak omdat ze middels een herkansing het vak inmiddels heeft afgerond. De student stelt nog wel belang te hebben bij deze zaak omdat ze studievertraging heeft opgelopen en daardoor extra kosten heeft moeten maken. De Afdeling sluit zich daarbij aan.
De Afdeling is het echter niet met de student eens dat de raadkanscorrectie in de onderwijs- en examenregeling opgenomen had moeten worden. De raadkanscorrectie is namelijk een middel om de kwaliteit van de tentamens te borgen. Het is in dit geval aan de examencommissie om hierover richtlijnen en aanwijzingen te geven, die hoeven niet in de onderwijs- en examenregeling genoemd te worden. Wel had de raadkanscorrectie kenbaar moeten zijn voor de student. Dit betekent echter niet dat de beoordeling ook onzorgvuldig tot stand is gekomen. Het kan namelijk altijd voorkomen dat de beoordelingsnorm achteraf bijgesteld moet worden.
De student heeft ten slotte een beroep gedaan op het vertrouwensbeginsel. Er was immers van tevoren aangegeven hoe het tentamen beoordeeld zou worden en daar is achteraf op teruggekomen. De Afdeling oordeelt evenwel dat andere belangen zwaarder wegen dan dat van de student. Aan het waarborgen van de kwaliteit van het tentamen en het diploma, komt meer gewicht toe dan aan de belangen van de student. De beoordeling van het tentamen is dan ook niet onzorgvuldig tot stand gekomen. Uit deze zaak blijkt dan ook dat vaak het belang van het borgen van de kwaliteit van het tentamen en in het verlengde daarvan de integriteit van het diploma, zwaarder weegt dan de individuele belangen van de student.
De Afdeling moest onlangs beoordelen of een student die een voldoende (6,5) had behaald voor haar masterscriptie, nog procesbelang heeft bij het aanvechten van dit cijfer…