Gebrekkig amendement numerus fixus op Engelstalig programma binnen een opleiding
19 februari 2024
Geschreven door: mr. J.S. Buiting
Afgelopen donderdag werd een amendement van Tweede Kamerlid Martens-America (VVD) aangenomen, waarmee het mogelijk wordt om een numerus fixus in te stellen op een programma binnen een opleiding (Kamerstukken II 2023/24, 36 410 VIII, nr. 112). Het Kamerlid beoogt hiermee dat een numerus fixus kan worden ingesteld op een Engelstalig programma binnen een opleiding, zonder dat die capaciteitsbeperking ook moet gelden voor het Nederlandstalige deel van de opleiding. Studenten die zich vervolgens willen inschrijven voor een dergelijk programma moeten bijvoorbeeld worden ingeloot of geselecteerd.
Anders dan in de media wordt genoemd kan met het amendement geen direct onderscheid gemaakt worden op basis van de nationaliteit van de student. Ook Nederlandse studenten worden bij het instellen van een dergelijke fixus immers aan selectie onderworpen als zij aan het betreffende programma willen deelnemen. Het is zelfs de vraag of het amendement wel een grondslag biedt om een fixus in te stellen op een Engelstalig programma binnen een opleiding. De nieuwe wetsartikelen spreken over een beperking van de inschrijving van een programma waarvan de studielast en, kort gezegd, de eindtermen gelijk zijn aan de rest van de opleiding. Er ontbreekt een wettelijke grondslag voor direct of indirect onderscheid naar nationaliteit. Om een dergelijk onderscheid te maken is een expliciete wettelijke grondslag echter vereist (Artikel 2, vijfde lid, van de Algemene wet gelijke behandeling), die grondslag lijkt te zijn vergeten. Het is dan ook de vraag of een hogeschool of universiteit met dit amendement een numerus fixus kan instellen op een Engelstalig programma van een opleiding. Die fixus raakt (indirect) immers voornamelijk buitenlandse studenten, Nederlandse studenten kunnen zonder beperkingen aan het Nederlandstalige programma deelnemen.
Het voorstel voor een numerus fixus op een deel van de opleiding is niet nieuw; dit werd eerder door voormalig minister van Engelshoven voorgesteld in de Wet taal en toegankelijkheid en later door minister Dijkgraaf in de Wet internationalisering in balans. Dat laatste wetsvoorstel moet nog bij de Tweede Kamer worden ingediend, het eerste wetsvoorstel bevatte wel een expliciete grondslag voor een numerus fixus op een anderstalig traject. Het Kamerlid kon niet wachten op het voorstel van minister Dijkgraaf. De instellingen zouden blijkens de toelichting bij het amendement op korte termijn behoefte hebben aan handvatten om de beschikbare onderwijscapaciteit te verdelen.
De nieuwe numerus fixus kan ingesteld worden op een programma binnen een associate degree- of bacheloropleiding waarvan de studielast en de eindtermen gelijk zijn aan die van de rest van de opleiding. Hoewel het Kamerlid steeds het voorbeeld noemt van een fixus op een Engelstalig programma, is niet uitgesloten dat ook een fixus kan worden ingesteld op andere programma's binnen een opleiding, met bijvoorbeeld net een andere inhoud. Als op een programma een numerus fixus wordt ingesteld moet het instellingsbestuur in zijn studiekeuze-informatie die is gericht op aspirant-studenten hiervan melding maken. De nieuwe numerus fixus kan niet worden ingesteld voor programma’s binnen masteropleidingen, daarvoor kunnen enkel kwalitatieve toelatingseisen gesteld worden.
Bijzonder is tenslotte dat het amendement niet is ingediend op een wetsvoorstel dat raakt aan de toelating tot het hoger onderwijs, maar op de onderwijsbegroting. Nu het amendement door de Tweede Kamer is aangenomen, moet de Eerste Kamer over de gehele begrotingswet stemmen, waaronder het amendement. De bepalingen over de nieuwe numerus fixus treden, mits de Eerste Kamer hiermee akkoord gaat, in werking op 1 januari 2025, zodat de nieuwe numerus fixus gebruikt kan worden voor het collegejaar 2025-2026.