Jurisprudentie: verklaring buren bij terugvorderen aanvullende beurs

14 augustus 2023 Geschreven door: mr. J.S. Buiting

Een student kan in aanmerking komen voor een hogere basisbeurs als hij niet bij zijn ouders woont. Mocht later toch vastgesteld worden dat de student niet uitwonend was, dan wordt deze hogere beurs teruggevorderd. Dit overkwam een student in een recente zaak. Die student stond blijkens de basisregistratie personen ingeschreven op het adres van een ver familielid. Controleurs van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) hebben tweemaal geprobeerd te controleren of zij daadwerkelijk op dat adres woonachtig was. Beide keren was de student niet thuis. Vervolgens heeft DUO buurtonderzoek verricht. Met drie buren is gesproken en aan de hand daarvan zijn getuigenverklaringen opgesteld. Uit die verklaringen zou blijken dat de student niet op het betreffende adres woonde, dit was voor DUO aanleiding om haar aanvullende beurs terug te vorderen.

De rechtbank vond het aannemelijk dat de studente niet op het opgegeven adres woonde (Rechtbank Midden-Nederland 24 februari 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:793). De drie verklaringen van buren kunnen namelijk gebruikt worden als bewijs, ook schetsen de drie verklaringen onafhankelijk van elkaar eenzelfde beeld. Hieruit blijkt dat in de woning enkel een gezin woont; de buren hebben de student nog nooit gezien. Daarbij wordt er belang gehecht aan het feit dat de student er al drie jaar zou wonen, maar nog niet door de buren gezien is. De student heeft daarnaast onvoldoende tegenbewijs geleverd om aan te tonen dat ze op het adres zou wonen. Ze had verklaringen overgelegd van onder meer haar vriend en tante, maar die waren niet ondertekend en niet voorzien van kopieën van hun legitimatiebewijzen. De rechtbank kan daarom de authenticiteit van die verklaringen niet vaststellen, ook bevatten de verklaringen geen gedetailleerde informatie over de woonsituatie van de student. DUO had volgens de rechtbank de uitwonende beurs van de student dan ook mogen terugvorderen.

De student heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) (CRvB 25 juli 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:1452). De CRvB volgt de student niet in haar stelling dat de buren niet met zekerheid kunnen zeggen of zij op het betreffende adres woont omdat hun woonkamers zich aan de achterkant bevinden. Uit de verklaringen van de buren blijkt namelijk wel dat zij precies weten welk gezin in de woning woont, maar dat zij de student nog nooit gezien hebben. Ook de CRvB oordeelt dat de eigen verklaringen van de vriend en tante van de student niet voldoende gedetailleerde informatie bevatten over de woonsituatie. Er wordt dan ook niet aangenomen dat de student op het betreffende adres woonachtig was, waardoor zij haar uitwonende beurs moest terugbetalen.

Meer lezen:

Vorige
Vorige

Jurisprudentie: fraude en het voordeel van de twijfel

Volgende
Volgende

Jurisprudentie: beroepsverbod leraar na plegen ontucht